​GEDICHTEN BLOG.
Ben je vandaag al buiten geweest?
Heb je de wind je haar al laten strelen?
Heb je het vocht uit je lippen doen trekken,
door de stralen van de zon?
Heb je al pollen ingeademd? Kortademig als tegenwind?
Zonder pilletje te nemen?
Heb je de wolken al weg gekeken?
Ze gevolgd en vergeleken met je huisdier of een schip?
Heb je de merels laten kijken,
naar jou sneller vliegen op een fiets?
Je bent een voorjaarskind.
Had je dat al begrepen?
Voorjaarskind
5-3-2013
Elke pauze zie ik je meer.
Elke pauze zie ik je langer.
Langer, meer en mooier.

En elke pauze word je mooier.
En elke pauze word je liever.
Je wordt al niet meer langer.

Elke pauze streept er eentje weg,
krimpt het schooljaar, het duurt niet veel langer.
En steeds meer en meer word je mooier en liever.
En ik wil niets liever. Dan je meer en meer mooier vinden.
En ik wil niets liever. Je elke pauze meer en meer en meer zien.
En ik wil niets liever. Je elke pauze langer en langer en langer zien.
Elke pauze wil ik niets liever dan je meer en langer, langer en mooier, mooier en liever zien.
En ik kan niet kiezen.
Kiezen
6-3-2013
Je wilt een praatje in de gang.​
Je wil wel maar bent bang.​
En alles duurt te lang,​
alles behalve tijd.​
Alles behalve
7-3-2013
Niemand
die zijn vingers waagt,
onder de tafelbladen in lokaal 24.

Het is niet anders dan andere lokalen

een plek vol herinneringen aan alle ex-leerlingen.
Die ooit achter dezelfde tafel hebben lopen zweten als wij nu.

Zij hebben geschiedenis geschreven
ook toen al de strijd gestreden
de kauwgom wetten te verbreken.
En wij zijn nu.​
Onder de tafelbladen
Jij bent altijd al mijn wonder geweest.
Ook al ben je al de wereld uit.
En ik weet niet waar je zit
en of je zit. Of ligt, of staat?
En anders zweef je.

Zweven doe je in elk geval nog
door mijn hoofd.

En soms wil ik ook een wonder zijn
en ik ben het voor je, of voor je geweest.
En ik weet, ik weet,
de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Maar jij wel.
Ik weet
8-3-2013
9-3-2013
Alles klikt als een rits van een winterjas in elkaar.
Ik sta nog steeds met dezelfde handschoen als vorig jaar
aan de kant.
Lachend veeg ik telkens weer de haren uit mijn huilende gezicht.
Niemand die ik merken laat dat bij mij de winter van 2011
nooit gestopt is. Ik leef lange winters elke dag.
Misschien ben ik wel een ijsprinses.
Misschien is wachten de beste manier.
​
En alles zal vanzelf als een rits van een zomerjas
in elkaar klikken, ik zal je een kus geven.
En de haren vegen uit mijn lachende gezicht..​
Ik zal je een kus geven
10-3-2013
Als je loopt op een boot,
loop je doelloos.
Waar je ook heen gaat,
je loopt altijd de route
van de boot mee.
En waar je ook heen vaart,
lopend zou je er niet aankomen.
zeebenen
11-3-2013
Ik schrijf dit hier alleen aan een papier.​
Ik houd mijn mond​
sluit de woorden op, laat ze waar ze zijn.​
En blijven daar.​
​​
Ik schrijf vaak alleen op een papier.​
​Tenzij er bomen of bankjes staan
in parken waar geen mensen zijn.​
Ik mijn naam ongezien in een bankje kras.​
​
Dan schrijf ik alleen.​
Op een bankje.
Bankje
12-3-2013
Het mooiste uitzicht vind je​
als je rond een uur of 9, zomertijd.​
Door eigen land heen rijd.​
Op de achterbank zit en kijkt naar​
uitgestorven wegen.
Nederland
13-3-2013
Er zijn zoveel elastiekjes
die haren bijeen gehouden hebben,
en met zwierende staarten
meisjes ruggen hebben versiert.

Ik draag er altijd een om mijn pols.
Om er zeker van te zijn
het zicht niet te verliezen in een storm

en niet onverwachts links in de berm
te belanden, op een dinsdagmiddag.

Er zijn zoveel elastiekje
die haren bijeen gehouden hebben,
en met zwierende staarten
meisjes ruggen hebben versiert.

Ik ben niet achter gebleven.
Ik draag er altijd een om mijn pols.
Elastiekjes
14-3-2013
De te jonge jongen,​
broek op half 7,​
rugzak zelfds op kwart over 6.​
​​
Hij zuigt de sigarettenrook​
alsof hij cola drinkt​
zijn lichaam binnen.​
​​
Voor hij zich omdraait​
en de lucht met rook ​
vermengt, richting de hemel spuugt.​
​​
Een hoestje ingehouden.​
Hij is al wat eerder opgehouden​
met twaalf jaar te zijn. ​
Twaalf jaar
15-3-2013
​
​
​
​Stilte dwingt me naar huis te gaan.
Stil fluisteren heeft niemand ooit gekund.
Tot ik naar mijn handen kijk
en tranen voel.

Vannacht ben je weer weg gegaan.
Ik droomde over je.
En dromen werkelijkheid maken
heeft niemand ooit gekund.

Gelukkig huil ik nooit in het echt.
Altijd is het een gevoel
dat alles binnen in mij merkt.
Fluisterend hou ik me stil.

En toen ben ik maar naar huis gegaan.
Nadat ik langs de Etos gefietst was
en zakdoekjes had gekocht.
Ik hoop maar dat ik droom.
Zakdoekjes
16-3-2013
Ik proef avondlucht,
voel me opnieuw leven.
Ik wil je niet vergeten.
En als mijn stem kon tijdreizen
had ik je in je oor gefluisterd.
Mijn lieverd was je nu maar hier.
Tijdreizen
17-3-2013
​
En dit blijft zelfs voor mijn dagboek geheim.
Ik ben al veel verder dan een dagboekgeheim.
Het is waarover gezongen wordt,
in gedichten geschreven en,
verder niet.

En dat ik je nu met vragen omring,
je omcirkel en inkleur met een roze markeerstift.
Dat moet je dan maar even vergeten.
En meisjes kunnen tussen de regels door lezen.
Jongens niet.
​
Zelfs jij bent voor mij nu geen echte vriendin.
En al was je het wel je kreeg nooit van je leven
mijn dagboek te lezen. Want ik schrijf er niet in.
En ik help je vergeten.
Snap je me niet? ​
Tussen de regels door lezen
18-3-2013
Op deze blog zullen regelmatig nieuwe gedichten van mij als Jonge Dichter des Vaderlands verschijnen. Ik zit midden in de examens op dit moment en heb het de laatste tijd erg druk gehad... vandaar dat er nog al een tijd tussen heeft gezeten voordat er weer nieuwe gedichten zijn verschenen. Maar dat ga ik goedmaken, weer een hele lading vers geschreven gedichten! Veel lees plezier. ​
​
Lief dagboek,
vandaag is het een blije dag.
En morgen des te meer.
Overmorgen is het woensdag
en dat betekent gehakt.
Ik ben al dagen gevoelig.
En soms een tikje zacht.
Hopelijk blijf je altijd lachen
met je vriendelijke lach.
En is het overmorgen woensdag
Als het mag.​
Woensdag
20-3-2013
Ruzie
7-5-2013













Nooit hadden we ruzie gehad als deze.
Nooit waren we zo subtiel gaan zitten
hebben afgewacht en alles laten rusten.
Nooit zouden we weer spreken, nooit.
​
En had je eerder van me geweten dat ik
nog steeds je stil zijn mooi vind. Net als toen
we nog maar enkel schoolgenoten waren.​
​
Je had op kickboksen gezeten en daarop zat je nog.
Vandaag is onze ruzie uit gezwegen.
Alleen de stilte morgen nog.